Interview Sibrand Schepel

Redder in nood op de vaccinatiestraat

“Ik had de adrenalinespuit nog nooit gebruikt”,

Plastisch chirurg als redder in nood op de vaccinatiestraat

Als plastisch chirurg reisde hij een paar keer per jaar naar Afrika, Azië en Latijns-Amerika om daar mensen met brandwonden, hazenlippen en andere aandoeningen te helpen. Toen corona een streep door zijn reisplannen zette, meldde Sibrand Schepel zich bij de GGD. Een moment voelde hij zich zelfs een redder in nood.

Het koffertje had al die maanden in de hoek van de behandelkamer gestaan. Het koffertje met drie Epi-Pennen – automatische injectiespuiten voor eenmalig gebruik, gevuld met adrenaline. Alleen te gebruiken bij een levensbedreigende allergische reactie.

Dit was zo’n reactie. Een collega was de kamer van Sibrand Schepel binnengestormd. Een net gevaccineerde vrouw dreigde in shock te raken. Het zag er niet goed uit. Haar bloeddruk daalde en ze zag er benauwd uit. Hij pakte een pen uit het koffertje, liep achter zijn collega aan en eenmaal bij de vrouw aangekomen haalde hij de blauwe veiligheidsdop van de Epi-Pen, pakte de pen stevig vast en hield ‘m op een centimeter of tien van het dijbeen.

Tjak. Dwars door de broek, precies zoals de GGD-arts hem tijdens een korte introductieperiode had gedemonstreerd. Het resultaat was verbluffend: meteen kwam de vrouw bij.

“Ik had de adrenalinespuit nog nooit gebruikt”, blikt Sibrand terug, “dus dat was wel even een spannend moment. Dan voel je je heel even een redder in nood.”

Tot hij met zijn eigen gezondheid kwakkelde

25 jaar was Sibrand Schepel plastisch chirurg in alle grote Twentse ziekenhuizen. Opgeleid in Amsterdam, Arnhem en Rotterdam in de periode dat cosmetische ingrepen nog niet in de mode waren en een plastisch chirurg zich hoofdzakelijk op reconstructies richtte. In Sibrands geval met name op de reconstructie van de hand – een onderwerp waarop hij zelfs promoveerde.

In al die jaren hielp hij talloze patiënten van hazenlippen, verhemeltespleten, brandwondcontracturen en handafwijkingen af. Totdat hij zelf met zijn gezondheid begon te kwakkelen. “Ik kreeg drie keer een hernia. Vooral de lange operaties trok ik steeds moeilijker. Dan sta je al snel een uur of vijf, zes geconcentreerd te werken. Daarna kon je me wegdragen.”

Op 60-jarige leeftijd kon Sibrand vervroegd met pensioen. “Het gekke is: sinds dat moment heb ik nooit meer last van mijn rug gehad”, vertelt hij. “Het betekende ook dat ik tijd had om me als arts voor andere mensen in te zetten.”

Met volle overgave stortte hij zich op humanitaire missies in Azië, Afrika en Latijns-Amerika en bezocht hij namens organisaties als SmileTrain, Alliance for Smiles, Rotaplast en Resurge vele landen. Sibrand: “Je gaat dan met een heel team naar een land waar de meeste mensen geen toegang hebben tot plastische chirurgie. Die ouders vertrouwen hun kind met een aangeboren gezichtsafwijking toe aan iemand uit een ander land die ze niet kunnen verstaan. Een uur later kun je dat kind weer naar de ouders terugbrengen met een vrijwel normaal gelaat. Ik kan je zeggen dat ik me moeilijk een dankbaarder gevoel kan voorstellen. Ze hadden me vooraf gezegd dat het werk verslavend is, en dat is het ook.”

Verslaving of niet, door de corona-uitbraak kon Sibrand zijn vliegtickets in de prullenmand gooien en zat hij thuis in Enschede. Totdat de GGD artsen zocht voor de vaccinatiecampagne. Hij meldde zich aan en zo was de plastisch chirurg ineens uitzendkracht. “In mijn studententijd heb ik wel eens voor een uitzendbureau gewerkt, maar sinds mijn militaire dienst ben ik altijd eigen baas geweest. Dat is even wennen als je je uren moet doorgeven.”

Maandenlang werkte Sibrand wekelijks drie dagen voor de GGD. Lange dagen. “De werkdag begon om acht uur ’s ochtends en je verlaat het pand pas als de laatste burger is vertrokken. Dat maakt het best vermoeiend.”

In al die maanden zag hij de ene na de andere groep voorbijkomen. “Het begon met 95-plussers, mensen die óf strompelend binnenkomen óf nog nooit een ziekenhuis van binnen hebben gezien. Daarna de ‘gewone’ ouderen die zich moesten melden omdat ze bloedverdunners slikten. En daarna een grote groep die voor van alles allergisch was. Ik heb het geturfd en ben tot 80 vormen van allergie gekomen. De een is allergisch voor pinda’s, de ander voor kiwi’s en de volgende voor antibiotica, echt alles kwam voorbij. Tot slot de jongeren, waarbij de een na de andere tegen de vlakte ging. Tijdens een warme dag gingen er een stuk of vijf tegelijk onderuit. Eentje ging alleen al omdat hij degene voor hem in de rij zag flauwvallen.”

Moreel verwerpelijk

Zijn contract zit erop, al heeft Sibrand aangegeven beschikbaar te zijn voor een nieuwe klus bij de GGD. Een inzet in het buitenland zit er voorlopig niet in. In veel van de landen waar hij de afgelopen jaren heeft gewerkt, is nog geen vijf van de bevolking procent gevaccineerd. Ondertussen wordt er in Nederland over een derde prik gesproken. Sibrand: “Het is zo dat de effectiviteit van een vaccin na verloop van tijd terugloopt, dus ik kan me goed voorstellen dat de meest kwetsbaren op termijn opnieuw geprikt moeten worden. Maar een heel land voor een derde keer vaccineren, zoals Israël aanvankelijk wilde, terwijl er nog zoveel landen zijn waar helemaal geen vaccin beschikbaar is, lijkt me moreel niet wenselijk. Laten we ons eerst op die landen richten.”