Interview Peter Poeschmann
Niets doen is niet aan deze Gynaecoloog besteed
Niets doen is niet aan deze Gynaecoloog besteed
“Fascinerend om te zien hoe zo’n enorme operatie wordt opgetuigd”
69 is hij inmiddels, maar niets in hem wijst erop dat hij het rustig aan gaat doen. “Toen ik twee jaar geleden met pensioen gingheb ik het een tijdje gedaan, niks doen. Ik ben daar gewoon niet goed in. Ik loop de hele dag een beetje doelloos rond, ik pruts en rommel wat en aan het einde van de dag weet ik niet wat ik gedaan heb. De staat van Nirwana zal ik waarschijnlijk wel nooit bereiken, ik moet me nuttig voelen.”
Dus ging hij een cursus volgen. “Mijn broer is ook arts. Hij vertelde dat er een tekort is aan bedrijfsartsen die beoordelen in hoeverre iemand arbeidsongeschikt is. Dat leek me wel wat. Dus ik zo’n opleiding voor zij-instromers beginnen en sollicitatiegesprekken voeren en aan de slag. Toen kwam corona er doorheen. Zat ik toch weer thuis.”
‘Is dat nou echt wel iets voor mij?’ Die gedachte sloop er ongemerkt in toen hij thuis weer wat “aan het rommelen” was. “Als ik heel eerlijk ben, leek het werk me ook wel een tikkeltje saai. Ik houd niet van administratie en brieven schrijven, terwijl het natuurlijk wel een serieuze business is waarbij je nauwgezet moet rapporteren. Op basis van jouw rapport wordt gekeken of iemand wel of niet arbeidsongeschikt is. Ik zag het al voor me dat ik bij een supervisor wordt geroepen die dan zegt: ‘Leuk opgeschreven Peter, maar jouw woordkeuze moet je toch wel een beetje aanpassen.’ Toen heb ik maar besloten om geen verzuimarts te worden.”
Om meteen de draad weer op te pakken van vóór zijn pensioen: bij de gynaecologie. “Tijdens die opleiding voor verzuimarts begon ik me te realiseren dat het misschien beter is te doen waar ik goed in ben. Ik heb natuurlijk vele jaren als gynaecoloog gewerkt. Laat ik die ervaring gewoon goed gebruiken.”
Inmiddels rijdt hij een paar keer per week vanuit Enschede naar een van de abortusklinieken waaraan hij is verbonden. Belangrijk werk, vindt hij. “Voor mijn specialisatie als gynaecoloog heb ik twee jaar in Lesotho gewerkt, een land dat volledig omsloten is door Zuid-Afrika. De kliniek deed aan een zeer actieve vorm van familieplanning voor vrouwen die hun zwangerschap wilden afbreken. Het was de enige kliniek in zuidelijk Afrika waar dat gebeurde. Ik heb in die periode zelf gezien wat de gevolgen zijn als een abortus niet door een arts wordt uitgevoerd. Vrouwen die het zelf doen, soms met de dood tot gevolg. Het doden van net geboren baby’s – verschrikkelijk, maar het gebeurt. Daarom is het belangrijk dat abortussen goed en vakkundig worden uitgevoerd.”
Dankbaar werk is het ook. “Veel vrouwen zijn opgelucht en bedanken me na afloop uitgebreid. Ik heb jaren in Twente als gynaecoloog gewerkt. Nou, daar was ik het wel anders gewend. Na een zeer gecompliceerde bevalling kwam een boer midden in de nacht naar me toe. ‘Dokter’, zei hij, ‘m’n vee heeft het bij bevallingen gemakkelijker gehad dan mijn vrouw’. Daar kun je het dan mee doen. Ik rijd nu met plezier naar de klinieken.”
Een collega wees hem erop dat de GGD artsen zocht voor de vaccinatielocaties. “Ik had nog tijd, want ik werk niet fulltime in de abortusklinieken. Dat GGD-werk leek me wel wat. Het is maatschappelijk relevant en ik vind het ook wel fascinerend om te zien hoe zo’n enorme operatie wordt opgetuigd. Ze toveren toch in één keer zo’n oude industrieloods in Hengelo om tot een hal waarin je dagelijks tussen de 800 en 1200 mensen kunt vaccineren. En dat met mensen die nog nooit met elkaar hebben samengewerkt en die in functies zitten die vóór corona niet eens bestonden. Een van de vaccinatiecoördinatoren in Enschede was eigenaar van een sportschool die door corona gesloten was. Vaccinatiecoördinator – klinkt mooi, maar je moet het zelf wel even goed invullen. Echt fascinerend dat het allemaal goed gelukt is.”
“Voor het werk als arts gebruik je nog geen promille van je kennis. Veel stelt het niet voor. Maar ik begrijp de GGD wel dat er een arts bij moet. Je wil er iemand bij hebben met medische kennis. Als er iemand tijdens vaccineren overlijdt keert de publieke opinie zich tegen je en staat de hele campagne op zijn kop. Dat is het laatste wat je wil. Gelukkig is dat niet gebeurd. In Hengelo is één persoon overleden, maar dat was vóór de vaccinatie.”