Interview Jozien Brons

Laat zich als vaccinatiearts niet gek maken op Hengelose kermis

 

“’Je krijgt een proces aan je broek’, zei een van die wappies tegen me”

Vaccinatiearts Jozien Brons laat zich niet gek maken op Hengelose kermis

Ze is gespecialiseerd in gezondheidsproblemen van moeder en foetus vóór, tijdens en kort na de zwangerschap, maar schrikt ook niet terug van haar werk op een mobiele vaccinatiepost van de GGD. Zelfs niet als die op de kermis van Hengelo het mikpunt van betogers is geworden.

“Moordenaar!” Ze hoorde toch goed. Niet één keer, maar het werd meerdere keren gescandeerd terwijl ze in de ‘prikbus’ aan het vaccineren was. Die bus, ingericht om op locatie te kunnen prikken, stond op dat moment op de voetgangerszone tussen de Lambertusbasiliek, modewinkels én de kermisattracties. Hartje centrum Hengelo.

‘Naar de kermis voor een prikkie’, had de GGD ludiek aangekondigd.

De betogers waren alleen niet gekomen voor de Supermouse of de Showtime, ze kwamen hun onvrede uiten over het vaccinatiebeleid en de uitvoerders van dat beleid die binnen ondertussen rustig aan het doorprikken waren. “De hele dag stonden ze daar”, vertelt vaccinatiearts Jozien Brons. “Ze filmden alles, zelfs mijn nummerbord. ‘Je krijgt een proces aan je broek’, zei een van die wappies nog tegen me. Gelukkig hielden de boa’s hen op afstand, niet dat ik me bedreigd gevoeld heb trouwens.”

De ‘klanten’ van de prikbus

Datzelfde gold voor de ‘klanten’ van de prikbus, want de hele dag bleven mensen binnenkomen. “We hebben van alles voorbij zien komen. Van mensen die het te veel moeite vonden om naar een reguliere vaccinatielocatie te komen, iemand met pleinvrees tot een vrouw met een scootmobiel die graag buiten geprikt wilde worden. Dan kon ze blijven zitten. En de kermisklanten zelf kwamen ook langs. Niet superefficiënt werken natuurlijk, maar je bereikt wel de mensen die je anders niet bereikt.”

Jozien krijg je niet snel gek. Dat is ongetwijfeld waarom de GGD haar inzette op de kermis van Hengelo. Haar hele werkzame leven deed ze als gynaecoloog de ‘moeilijke’ gevallen. “De ongecompliceerde zwangerschappen zag ik nooit”, blikt ze terug. “Die gingen naar de collega’s of de verloskundige.”

Dat heeft alles te maken met haar specialisme: perinatologie. Een specialisme dat zich richt op het beheersen van gezondheidsproblemen van de moeder en de foetus vóór, tijdens en kort na de zwangerschap. “Dankbaar werk”, zegt ze, “er kan veel meer dan de meeste vrouwen denken als je tenminste goed begeleid wordt. En het is heel mooi om een gecompliceerde zwangerschap tot een goed einde te brengen.”

Eigenlijk was gynaecologie een tweede keuze. Jozien wilde kinderarts worden. “Ik was mijn studie geneeskunde aan de VU in Amsterdam aan het afronden en wilde me specialiseren als kinderarts, maar er was geen plek. Toen heb ik gedacht: dan maar de fase ervóór. Ik had ook een fascinatie voor echoscopie. Dus daar kon ik tijdens mijn specialisatie als gynaecoloog ook mee aan de slag.”

Ze werkte in Utrecht en ging uiteindelijk bij het Medisch Spectrum Twente in aan de slag. “Daar heb ik altijd met plezier gewerkt, al moet ik zeggen dat de nachtdiensten me op een bepaalde leeftijd steeds zwaarder vielen. Zo’n dienst begint ’s ochtends om acht uur en eindigt 24 uur later. Dan krijg je alles voor je kiezen: bevallingen, nabloedingen, complicaties, noem maar op. Dan bedrijf je echt topsport.”

Corona gooide al haar plannen in de war

Op 63ste  zwaaide Jozien af, kocht een camper en was samen met haar man aan het bekijken waar de eerste trip naartoe ging toen corona alle plannen in de war gooide. “Zaten we ineens aan huis gekluisterd”, zegt ze, “tot ik zag dat de GGD artsen voor de vaccinatielocaties zocht. Ik heb me meteen gemeld.”

Ze was erbij toen de eerste burgers geprikt konden worden. De 90-plussers. “Die waren doodnerveus, zag ik. Niet voor de prik, zoals ik even dacht, maar omdat ze bang waren geen vaccinatie te krijgen. Ze moesten namelijk eerst doorgeven welke medicijnen ze namen. Toen ik dat doorhad heb ik meteen gezegd dat ze hoe dan ook gevaccineerd zouden worden. Je zag echt dat er een last van hun schouders viel.”

Minder geduld had ze met wat ze de ‘curling-generatie’ noemt. “Bij curling heb je twee mensen die voor de steen uit glijden om het ijs warm te vegen. Zo zorgen ze ervoor dat alles goed verloopt. Bij deze jongeren zijn het de ouders die altijd hebben geveegd. Nou, bij bosjes vielen ze flauw, soms nog vóórdat er een prik werd gezet. Sommigen bleven wel meer dan een uur wit en slap en waren niet in staat om zelf naar huis te gaan. Zo iemand zette ik in een rolstoel, dan vroeg ik een EHBO’er of bewaker om buiten een rondje met ze te lopen voor wat frisse lucht en een andere omgeving. Dat hielp vaak verrassend goed.”

Terwijl de opdracht voor de meeste artsen is afgerond werkt Jozien nog altijd voor de GGD. Als er een booster komt of een derde vaccinatie is ze van de partij, heeft ze besloten. Al haalt ze binnenkort wel de gloednieuwe camper uit te stalling. “We gaan snel een trip maken. Via Denemarken naar de Faeröer, dan naar IJsland en via Noorwegen weer terug. Dat moet nu weer kunnen.”