Interview Dolf Verburg

Werkt als vaccinatiearts zelfs op de kermis in Hengelo

 

“Sta je daar ineens tussen de kermisattracties”

Als vaccinatiearts zag Dolf Verburg ook hele stoere types onderuitgaan

Als vaccinatiearts van de GGD kom je nog eens ergens. Dolf Verburg uit Borne stond bij een kippenfabriek in Goor om Poolse, Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten te vaccineren. Volgende week zaterdag staat hij op de kermis in Hengelo.

Vanmorgen kreeg hij zijn weekschema in zijn inbox. Zoals gebruikelijk staat hij twee tot drie dagen per week ingeroosterd. Zo is het al maanden. Wat dat betreft is de GGD een voorspelbare werkgever en Start People een degelijke planner. Alleen de werkplekken zijn steeds verschillend. Geen vaste priklocaties meer in Oldenzaal, Markelo, Nijverdal en Almelo, maar de kermis in Hengelo. “Daar stond ik wel even van te kijken,” lacht Dolf, “sta ik daar opeens tussen kermisattracties.”

Kippenfabriek in Goor

In deze fase van de vaccinatiecampagne zoekt de GGD de mensen op. Dat wil zeggen: de mensen die zich nog niet hebben laten prikken. “Laatst stond ik bij een kippenfabriek in Goor. Daar hadden we een pop-up. Stond ik daar met ons vaccinatieteam, aangevuld met drie verschillende tolken, want de meeste medewerkers in die fabriek waren Polen, Bulgaren en Roemenen. Ze wisten vaak niet dat ze in Nederland gevaccineerd konden worden.”

Vaak heeft de campagne hen niet bereikt, merkt de arts. “Het zijn bijvoorbeeld arbeidsmigranten, die de taal niet spreken. Laatst stond ik in een wijkcentrum in Almelo. Ook daar veel allochtonen, die zich om uiteenlopende reden niet hadden laten prikken. Heel goed dat we nu die mensen opzoeken om de vaccinatiegraad omhoog te krijgen.”

Ruim 35 jaar was Dolf Verburg huisarts in Borne. Afkomstig uit een huisartsengezin in Amersfoort, waar de zorg met de paplepel werd ingegoten. Al die jaren werkte hij in een groepspraktijk in Borne. 68 is hij nu, weliswaar met pensioen, maar nog veel te jong om niets meer te doen. “Mijn huis is een paar jaar oud, dus er valt thuis weinig te klussen. Ik heb een groot gazon in de tuin, maar hoe vaak kun je het gras maaien?  Liever maak ik me nuttig voor de maatschappij.”

Zo draait hij soms nachtdiensten op de huisartsenpost, verleent hij palliatieve zorg en is hij ‘controlearts’ of SCEN-arts bij euthanasie. “Dat deed ik, toen ik bij de praktijk in Borne werkte. In feite controleer je dan de huisarts die de euthanasie namens een patiënt heeft aangevraagd. Met de uitvoering ervan heb ik zelf als huisarts veel ervaring opgedaan. Je verlost mensen uit ondraaglijk lijden en geeft ze een mooie, waardige manier om te sterven. Dankbaar werk ook. Als huisarts groei je samen met een patiënt naar de beslissing toe. Patiënten hebben daar veel waardering voor.”

De controlearts controleert of de aanvragende huisarts alle regels aangaande euthanasie juist heeft geïnterpreteerd en legt daarbij ook een bezoek aan de patiënt af. “Zo voorkom je als SCEN-arts dat de uitvoerende arts naderhand in juridische problemen komt.”

Minder inspannend werk

En hij werkt bij de GGD. Hij lacht. “Mijn eerste uitzendbaan, ik heb natuurlijk altijd als huisarts gewerkt. Maar alles is netjes geregeld. En het voordeel van het werk op een vaccinatiecentrum is ook dat je echt klaar bent, als je daar wegrijdt. Als huisarts ging ik vaak ’s avonds nog een uurtje naar mijn werkkamer om verwijsbrieven te schrijven of e-mails te lezen en beantwoorden. Dit werk is minder inspannend.”

Als superviserend arts bij de GGD, zoals zijn functie officieel heet, krijgt hij te maken met mensen, die op een van de vragen in de gezondheidsverklaring bevestigend hebben geantwoord. “Mensen met een allergie bijvoorbeeld. Maar ik moet zeggen dat ik in al die maanden nog niemand heb gezien die in een shock terechtkwam.

Veel mensen met prikangst wel. Ook stoere types met tattoos en al heb ik onderuit zien gaan. Je ziet ze al bleek en nerveus binnenkomen, daar kun je je op voorbereiden. Ze worden dan door de EHBO-ers met de benen over elkaar in een rolstoel gezet en vaak gaat het dan wel weer. En soms even bijkomen met de benen omhoog. Die stoere types schamen zich dan diep.”

“Voor het geval dat iemand wel een heftige allergische reactie op de prik heeft, is er altijd nog de adrenalinespuit. “De epi-pen, daar hebben we er drie van. Die gaat in het bovenbeen dwars door de broek heen. Het zorgt ervoor dat de bloeddruk meteen weer omhooggaat. We hebben ‘m nog niet nodig gehad, maar we zijn erop voorbereid.”

In principe gaat Dolf nog een paar maanden door bij de GGD. Bij een eventuele derde prik, een booster voor ouderen en kwetsbaren, is hij van de partij. Ook voor coronavirus-ontkenners die eigenlijk niet gevaccineerd willen worden maar toch komen, is hij voor een goed gesprek beschikbaar. “De gesprekken met die mensen zijn vaak lastig.  Ze laten zich niet zomaar overtuigen. Ik hoor jonge mensen vaak zeggen dat ze toch niet ziek worden. Ik mag ze officieel niet proberen te overtuigen, dat doe ik dan ook niet. Het enige wat ik nog wel eens zeg is, dat ze met een prik ouderen en kwetsbaren helpen. Dat helpt meestal wel. Gisteren hebben we in Enschede nog 1.250 mensen gevaccineerd, waarvan 250 mensen zonder afspraak binnenkwamen. Dat steeds meer mensen alsnog gevaccineerd willen worden geeft wel een lekker gevoel