Interview Christi van Ommen

Werkt op haar vrije dag op de vaccinatiestraat

 

“Werken in een team geeft me ook voldoening” 

Kinderarts-endocrinoloog Christi van Ommen werkt op haar vrije dag op de vaccinnatiestraat

Christi van Ommen (39) schroomde geen moment toen ze een oproep van de GGD zag: ‘Artsen gezocht voor de vaccinatiestraat’.  Alsof ze als kinderarts-endriconoloog in het Spaarne Gasthuis in Haarlem geen drukke baan had. “Ik kan toch moeilijk op mijn vrije dag niets doen terwijl er corona heerst?”

De discussies liepen hoog op. Groot-Brittannië was al volop aan het vaccineren en ook in de omringende landen waren ze al begonnen met vaccineren. Waar bleef Nederland? Ons land stond ergens onderaan de Europese vaccinatieranglijsten die ineens overal in de media opdoken. Terwijl artsen, deskundigen en BN’ers over elkaar buitelden om te vertellen dat we kostbare tijd aan het verkwanselen was, twijfelde Christi geen moment. Ze wilde niet aan de zijlijn blijven staan, maar meehelpen corona te bestrijden. “Er was een tekort aan artsen, ik bén arts”, verklaart ze haar beslissing om haar cv en motivatie naar de GGD te sturen.

Kinderen met groeistoornissen

Niet dat Christi eerder gevaccineerd had. Na haar studie Geneeskunde in Utrecht specialiseerde ze zich tot kinderarts in het universitair ziekenhuis van Gent. Eenmaal terug in Utrecht specialiseerde zij zich verder tot kinderarts-endocrinoloog. Een endocriconoloog is een specialist in de diagnose en behandeling van hormonale aandoeningen bij kinderen. Die kunnen bijvoorbeeld leiden tot schildklier- en bijnierproblemen. Bekendste patiënt die ooit de behandelkamer van een endocrinoloog binnenwandelde, was niemand minder dan de jonge Messi. Als kind al was hij veel kleiner dan leeftijdsgenoten. Met hulp van een endocrinoloog kreeg hij de juiste hormoonbehandeling. Die hielp hem verder te groeien en uiteindelijk voetbalgeschiedenis te schrijven. Sinds 2015 behandelt Christi kinderen met groeistoornissen. Tegenwoordig doet ze dat vier dagen per week in Haarlem.

Bij de GGD kon de kinderarts meteen aan de slag, al was het niet als arts. “In het begin heb ik van alles gedaan: prikker, optrekker, runner, host, administratief medewerker. Noem het maar op of ik heb het gedaan. Je doet waar je nodig bent. Met die instelling ben ik ook naar de GGD gegaan. Niet dat ik per se als arts hoefde te werken. Ik wilde tot nut zijn. Na een maand werden er in de regio Utrecht nieuwe vaccinatiestraten geopend. Toen ben ik als arts ingezet.”

3500 prikken per dag

In de beginweken was het rustig op de vaccinatiestraten. Het was de periode dat de vaccins nog mondjesmaat geleverd werden. Toen die leveringen eenmaal op gang kwamen werd het snel drukker. “Op een gegeven moment deden we wel 3500 prikken per dag. Dan ben je met een groot team een hele dag razend druk. Ik werk in principe één dag, maar in die periode heb ik ook twee of drie dagen gewerkt. Thuis zat ik midden in een verbouwing, dus rustig thuis een boek lezen zat er toch niet in. Dan kan ik me beter nuttig maken.”

“Werken in een team geeft me ook voldoening, heb ik gemerkt. Als kinderarts ben je natuurlijk ook onderdeel van een groter team, maar als specialist ben je veel individueel bezig op de poli’s. Ook heb je in het ziekenhuis relatief weinig tijd voor een sociaal praatje met de patiënten. Bij de GGD heb ik daar meer tijd voor, dat is leuk. Aan de andere kant werkt de GGD veel volgens vaste protocollen en regels. Daarom is er in een vaccinatiestraat weinig ruimte voor eigen invulling. Begrijpelijk, anders kun je in een korte tijd met veel wisselingen niet opschalen, maar persoonlijk moest ik er bijvoorbeeld wel weer aan wennen dat het wordt geregistreerd als een medewerker een paar minuten te laat komt.”

“In de afgelopen maanden ben ik heel wat nerveuze mensen tegengekomen. Grote kerels die bang zijn voor een prik. Mensen die denken dat ze iets mankeren, maar eigenlijk niets hebben. Die moet je geruststellen. Maar ook veel jongeren die gevoeliger voor vaccinaties bleken dan ouderen. Ook de warmte in de zomermaanden speelde mee. Er zijn er toch aardig wat flauwgevallen.”

Pijn in de borst

Eén keer moest de ambulance eraan te pas komen. “Een man had zich vergist in de vaccinatiestraat. Hij was bang om te laat te komen. Daarna heeft hij zo snel gefietst dat hij pijn in zijn borst kreeg. Toen hebben we voor de zekerheid de ambulance laten komen. Ik heb hem nog wel even een vaccinatie toegediend. Anders was ie ook nog helemaal voor niets gekomen.”

Voor Christie was het lang geleden dat ze voor een uitzendbureau werkte. Als student geneeskunde werkte ze als voedingsassistent in verzorgingstehuizen. “Dat was nog in de tijd dat je elke week een werkbriefje moest inleveren. Gelukkig gaat dat nu digitaal. Dat wil niet zeggen dat het contact niet persoonlijk is. Als ik een email met een vraag stuur heb ik binnen een half uur antwoord. Dat gaat allemaal heel soepel.”